‘De ontmoetingen met tuinbouwbedrijven zijn inspirerend’, vertelt Maureen Sondag enthousiast vanuit Washington DC. ‘Het is geweldig om de diversiteit en de kwaliteit van de sector te zien door de #IntoTuinbouwCursus van World Horti Center. En ik ben enthousiast over hoe we het verhaal van de Nederlandse tuinbouw samen verder kunnen vertellen.’

Sinds 2013 werkt Maureen als Agricultural Trade Officer voor het Landbouwteam voor de Verenigde Staten en Canada van de Nederlandse Ambassade in Washington DC. Maureen trok vier dagen lang met World Horti Center (WHC) door de Nederlandse tuinbouwsector in Westland. De op maat gemaakte rondleiding van voormalig Public Affairs Manager Angelique de Wit (WHC) geeft haar meer inzicht in de laatste ontwikkelingen.

Passie en efficiëntie

‘Het is indrukwekkend om de tuinbouwbedrijven met eigen ogen te kunnen zien: de passie van de ondernemers voel je direct. Ze willen de beste, de meest innovatieve en de snelste zijn. Dit uit zich in efficiënte processen, een strategische inrichting van het bedrijf en een focus op de kwaliteit van het product’, aldus Maureen. ‘Ik vond het fijn om in Westland met de tuinbouwbedrijven te spreken omdat ondernemers daar, in hun eigen bedrijf op hun best zijn, hun verhaal graag vertellen én ter plekke alles kunnen laten zien. Ik wil graag met eigen ogen zien wat de staat is van de Nederlandse tuinbouw en het in context kunnen plaatsen. Hierdoor kan ik de Nederlandse tuinbouw in de Verenigde Staten en Canada ook beter op de kaart zetten.’

‘Als landbouwteam van de Nederlandse Ambassade willen wij kansen creëren voor de Nederlandse tuinbouw in Noord-Amerika. Wij ontmoeten veel bedrijven in Canada en de Verenigde Staten maar willen ook up to date blijven van wat er in de Nederlandse tuinbouwsector gebeurt. Daar biedt deze tuinbouwcursus de uitgelezen kans voor.’

Veel energie en enthousiasme in de sector

Maureen spreekt uitbundig over haar bezoek en weet het karakter van de Nederlandse tuinbouw goed te duiden. ‘Ik zie drie B’s: Bevlogen, Betrokken en Bescheiden’, zegt ze. ‘Alle ondernemers zijn gepassioneerd over hun producten. Bedrijven leggen op hun eigen maar zeer aangename manier uit hoe ze te werk gaan. Ze zijn gastvrij en betrokken. Niet alleen naar mij, maar ook naar hun collega’s en met de andere ondernemers in de sector. Het is een gemeenschap waar iedereen elkaar goed kent en van elkaar op de hoogte is.’

‘Tuinders zijn energiek en enthousiast in gesprekken’, vertelt Maureen verder. ‘Vrijheid gaat gepaard met verantwoordelijkheid in de sector van Westland. ‘Als een nieuwe generatie binnen een familiebedrijf het roer overneemt, krijgt die persoon ook het vertrouwen en de vrijheid om een eigen draai aan de onderneming te geven.’ Ook spraken meerdere ondernemers over het principe van “follow en focus” in de Westlandse gemeenschap tegen Maureen. ‘Het ene moment is bedrijf A leidend en volgen de anderen the lead. Op het andere moment wordt bedrijf B leidend en volgt de rest. Kortom, tuinders inspireren en leren van elkaar. Dat is mooi om te zien‘ zegt Maureen.

Veel kansen op het gebied van promotie

‘Er liggen nog veel kansen op het gebied van promotie, presentatie en presence voor de sector’, aldus Maureen. ‘Ik noemde bescheidenheid al als een kenmerk, maar dat zie ik ook terug in de presentatie van de Nederlandse tuinbouwsector. Er is veel innovatie en accelaratie, maar de tuinbouwsector is van nature niet gewend om zichzelf daarover op de borst te kloppen. Terwijl dat wel nodig is om jezelf goed te positioneren in de Verenigde Staten en Canada. Een goede (sales)pitch is in Noord-Amerika een must, terwijl wij in Nederland denken dat een goed product zichzelf verkoopt. Dat is een gemiste kans, want de Nederlandse tuinbouwsector is the best of the best. Het zou jammer zijn als anderen er met deze ideeën, innovaties en inzichten uit Nederland vandoor gaan omdat wij als Nederlanders niet (willen) investeren in onze eigen promotie en presentatie.” Maureen adviseert bedrijven daarom om hun pitch goed onder de knie te krijgen en in het buitenland meer rekening te houden met de lokale context.

Daar kan de Nederlandse Ambassade bij helpen. ‘Wij kennen de Noord-Amerikaanse markt, de business mindset, de cultuur en zijn goed op de hoogte van de belangrijkste beurzen en events voor de sector hier. Daarnaast begrijpen wij de Nederlandse mentaliteit ook. Daardoor kunnen wij Nederlandse bedrijven goed adviseren in wat ze wel of niet moeten doen als ze (willen) samenwerken met Amerikaanse of Canadese bedrijven.’

Tot slot ziet Maureen veel mogelijkheden voor structurele samenwerking tussen de landbouwraden en de tuinbouwsector, met World Horti Center als intermediair, om de juiste partijen aan tafel te krijgen. ‘Samen de Nederlandse tuinbouw op maat presenteren en positioneren in Nederland en het buitenland, dat is het doel.’