Erwin Boeters (30) is Manager Transport & Distributie bij één van de grootste bloemen- en plantenleveranciers binnen Dutch Flower Group. Ondanks zijn ietwat ongelukkige studententijd is hij inmiddels helemaal op z’n plek terechtgekomen. “Met veel plezier geef ik nu leiding aan het transportteam van Intergreen!”
Geen schoolmens
“Als scholier vond ik het lastig om fictieve opdrachten uit te voeren. Hard werken, puur om er zélf beter van te worden? Dat werkte voor mij niet. Geschiedenis en taal lagen mij wel. Daarom - maar helaas ook omdat ik voelde dat het zo hoorde - ging ik na de havo ‘gewoon’ studeren. Eerst voor journalist en later voor docent geschiedenis. Als stagiair voor de klas staan vond ik geweldig, maar alles eromheen: ik kon mijn draai niet vinden en maakte mijn taken zelden af. Na twee onderbroken opleidingen besloot ik mijn leven 180 graden om te draaien.
Ik vertrok naar Australië, waar ik werkte bij een boomkwekerij. We kweekten stekjes op tot jonge teakboompjes die uiteindelijk bestemd zijn voor de meubelindustrie. Het agrarische werk in een internationale setting beviel mij enorm. Naast alle werkervaring, leerde ik op reis om voor mezelf te zorgen en begon ik meer richting aan mijn leven te geven.”
Gespot door Intergreen
“Terug in Nederland ging ik aan de slag als teamleider bij een promotiebedrijf. Ondertussen maakte ik een profiel aan op een wervingssite. Al snel werd ik benaderd door een headhunter en werd ik bij Intergreen voorgesteld als Demand Planner. Hoewel ik geen diploma’s had, schatten ze bij Intergreen in dat de functie bij me paste. En ze hadden gelijk!
Ik bleek goed te zijn in werk waarvan ik van tevoren dacht dat het niks voor mij was. Analytisch werk met cijfers, plannen, calculeren: het ging me veel beter af dan op school, omdat ik met échte opdrachten bezig was. Welke producten komen er binnen en wat gaat eruit? Door daar dagelijks mee bezig te zijn, leerde ik overzicht houden en voorspellingen te doen in de vraag naar potplanten. Daarnaast leerde ik omgaan met werkdruk en verantwoordelijkheid.”