Op 7 november organiseerde World Horti Center de zesde editie van I-Grow Inside. Een sterk panel van drie sprak over het onderwerp ‘CEA: een game changer voor retail?’. Met een veredelaar, een teler en een retailer aan tafel kreeg het publiek een brede kijk in de wereld van Controlled Environment Agriculture in relatie tot retail. Samen met de moderator concludeerde het panel dat ze grotendeels met dezelfde uitdagingen kampen, zoals duurzaamheid, het werken met seizoenen en het vertellen van het verhaal aan de consument. Samen werken en samen het verhaal vertellen is hierin de sleutel.

Veel verhalen te vertellen
De zesde editie van I-Grow Inside had een sterk panel van drie dat sprak over Controlled Environment Agriculture in relatie tot retail. In het panel zat Simone van der Steeg, Sourcing Manager voor de Fresh Fruit Category bij Albert Heijn. Van der Steeg en haar team zijn verantwoordelijk voor de versproducten die in deze Nederlandse winkelketen worden verkocht. Met meer dan 20.000 verkochte producten in elke winkel zijn er veel verhalen te vertellen. ‘Als we al deze verhalen vertellen, worden consumenten gek, ze krijgen te veel impulsen. Daarom moeten we kiezen wat we wel en niet delen’, zegt van der Steeg. Johan Vis, Marketing Specialist Tomato, Lettuce en Leafies bij Rijk Zwaan staat aan het begin van de keten, het bedrijf waar hij werkt ontwikkelt nieuwe rassen, resistenties enzovoort. Vis vult de discussie aan: ‘We hebben een grote taak in het uitleggen hoe resistenties bijdragen aan een schonere wereld, met minder gebruik van pesticiden etc.’ Aan de andere kant is hij zich er ook van bewust dat dit een ingewikkeld verhaal is om te vertellen, het gebruik van de slogan 'minder pesticiden' bij bepaalde versproducten kan verwarring veroorzaken bij consumenten. 

CEA versus buitenteelt
Retailers zijn opzoek naar duurzamere alternatieven, bijvoorbeeld andere manieren van transport of teelt dichter bij huis. Dat is waar Roel Janssen, Head of Product en Business Development bij Planet Farms in beeld komt. Planet Farms kweekt al hun gewassen in vertical farms, vooral bladgroenten en kruiden. In tegenstelling tot buitenteelt kan dit in theorie overal ter wereld worden gedaan. Janssen zegt hierover: ‘We moeten concurrerend zijn met wat retailers nu krijgen en beter zijn. En ik denk dat we dichter bij dat punt komen. We zitten bijna op één lijn met de kosten van buitenteelt en hebben een langere houdbaarheid en betere kwaliteit. Het maakt een consument uiteindelijk niet zoveel uit of het product buiten, in een kas of in een vertical farm wordt gekweekt, als het lekkerder is en langer houdbaar, dan is het perfect.’ Albert Heijn is bijvoorbeeld gestopt met het transport van verse producten per vliegtuig. Dit betekent dat de retailer moet kijken naar andere alternatieven, zoals zeevracht of meer lokale teelt. Van der Steeg legt uit: ‘Als we kunnen werken aan innovaties waarbij we beter smakende rassen, betere resistentie of zelfs langere seizoenen krijgen, dan zijn dat zeker de strategieën waar we naar kijken. Een langer seizoen is uiteindelijk lokaler en duurzamer’. Voor een veredelaar als Rijk Zwaan betekent dit dat ze bovenop nieuwe innovaties moeten zitten. ‘Het duurt vier tot acht jaar om nieuwe rassen te veredelen. Daarom hebben we nauw contact met technische bedrijven om te begrijpen welke richting ze op gaan, zodat we de plant architectuur hierop kunnen aanpassen.’ zegt Vis.

Samenwerken is de sleutel
Over het geheel genomen kwam het panel, samen met de moderator, tot de conclusie dat samenwerken essentieel is. Zo merkte Roel Janssen terecht op: ‘Waarom staat de Nederlandse tuinbouw bekend als een van de beste? Omdat er door de gehele keten nauw wordt samengewerkt’. Door deze samenwerking sterk te houden, komen altijd de beste producten bij de consument terecht. Voor veredelaars, kwekers en retailers betekent dit dat ze met dezelfde vraagstukken worden geconfronteerd en aan oplossingen moeten werken. Momenteel zijn enkele van deze vraagstukken duurzaamheid, hoe je met seizoenen kunt werken en hoe je het verhaal aan de consument kunt vertellen.